'Past het?', smste ik haar. Het was maanden geleden dat ik haar gezien had.
Maar wij hebben zo'n vriendschap waarbij dat er niet toe doet. Waarbij je elkaar maanden niet ziet, maar als je elkaar weer ziet, dat je gewoon verder gaat bij waar je maanden geleden gebleven
bent. Ik was 150 kilometer van huis. Op zich is dat niets ongewoons. Ik ben vaker in West-Vlaanderen en heb daar al aardig mijn weg gevonden. Een lieve vriendin woont daar ook en vandaag was ik
vanwege werk bij haar in de buurt. 'Ja hoor, vanaf 18:30 uur zijn we thuis.', kreeg ik terug.
Bij binnenkomst vonden we vrij snel een plekje rondom haar kachel en pakten we ons gesprek op waar hij ergens tijdens de korte sms berichten was blijven steken.
'Blijf je eten?', vroeg ze.
'Graag!', antwoordde ik haar.
'We eten gewoon brood hoor.', voegde ze er ietwat verontschuldigend aan toe. Maar daar is brood nooit gewoon. Daar wordt brood bijzonder, omdat het inclusief gezelligheid is die over en weer wordt gedeeld aan een ronde tafel. Ook die avond.
Na de maaltijd namen we ons plekje bij de kachel weer in. En ongemerkt tikte de tijd verder. Opeens veerde ik op van de zetel en pakte mijn telefoon om te kijken hoe laat het was. Ik wilde immers
nog naar Nederland rijden. Ik zag dat het al na middernacht was. Oeps, tijd vergeten! De verbazing vanwege het uur werd doorbroken met woorden: 'Wist je dat in België na middernacht niemand meer
de grens over mag. Zeker Nederlanders niet.'
Ik hoorde het aan en glimlachte. 'Ik geloof dat ik toch maar blijf slapen.',
concludeerde ik hardop.
Een bevestigende blik knikte naar mij. 'Je bed staat al klaar.' Die bevestigende blik was duidelijk ook een vooruitziende blik geweest.
'Heb je een tandenborstel voor me?', vroeg ik.
Ik schudde met mijn hoofd, want besefte me dat dit niet de eerste keer was dat ik zo'n vraag in Vlaanderen stelde. 'Wist je dat ik al op een aantal plekken in West-Vlaanderen een tandenborstel
heb liggen.', grinnikte ik.
'Wat een rijkdom is dat hè', hoorde ik haar zeggen, 'zo ver van huis en hier zoveel mensen kennen waar je altijd welkom bent.' Eigenlijk formuleerde ze daarmee exact de definitie van rijkdom. Een
definitie welke ook terug te brengen is tot één woord: vriendschap.
Tien minuten later stond ik in de badkamer mijn tanden te poetsen. Ik keek naar de vele tandenborstels die daar lagen. Ze waren van henzelf, de kinderen en hun aanhang. Na het poetsen legde ik de
mijne erbij. Hij ligt daar goed, dacht ik.
In de vroege ochtend keerde ik huiswaarts. Op de Belgische snelwegen werd ik voorbijgereden door auto's waar mijn Ka'tje spontaan U tegen zou zeggen. Ik begon te mijmeren. Wanneer ben je pas echt
rijk? Met een auto van een kleine ton onder je kont of een paar tandenborstels her en der verspreid in wat badkamers in West-Vlaanderen?
Ik weet het, dit was kort door de
bocht. Natuurlijk had ik geen idee wat anderen onder rijkdom verstaan. Maar wat ik wel wist is dat ik me daar ergens op de E40 toch wel verdomd rijk voelde, want ik had er weer een tandenborstel
bij. Zo ééntje die op mij blijft wachten, tot ik weer eens aanklopt om de tijd te vergeten. En dát is
voor mij pure rijkdom.
Terwijl de zon langzaam de nacht uit klom en mijn kilometerteller opliep, telde ik mijn tandenborstels. Uh, zegeningen, ik bedoel zegeningen. Maar vanaf die dag is
dat voor mij precies hetzelfde.
Naar de vorige blog: 'De weg naar de top'.
Of keer terug naar het overzicht met alle blogs.
Reactie schrijven
Cecile (vrijdag, 21 september 2018 10:24)
En zo ist! ☺️